zaterdag 3 december 2011

Interpretatie

Mijn beeld over de inzet van de Duitse artillerie bij Wageningen is nog altijd wat in beweging. Er komen soms nieuwe brokjes informatie boven. Op www.grebbeberg.nl schreef ik hierover een item, dat hier onverkort volgt. Het is bedoeld als waarschuwing dat elk beeld (ook dat van mij) gebaseerd is op de informatie waarover men beschikt. Altijd beperkt tot dat deel dat paraat en begrepen is.

Militaire geschiedenis is, als het hele leven, een kwestie van eigen interpretaties op basis van eigen kennis. Meningen worden daarop gevormd. Maar niemand kan alles weten. Dus de gevormde mening kan altijd onjuist zijn. Wie een mening wil bestrijden, moet dus vragen op welke informatie die mening gebaseerd is en aangeven op welke basis de eigen mening gevormd is.

Een wetenschappelijke benadering vereist, dat een theorie toetsbaar is. In wetenschappelijke publicaties zijn noten, registers en andere basisinformatie daarom van groot belang. De bovengenoemde website is geen wetenschappelijke publicatie, vandaar dat noten etc. daar meestal ontbreken. Dat mag ook. Maar in een discussie kan natuurlijk altijd om onderbouwing worden gevraagd. Daarbij mag dan weer niet verwacht worden dat de ander die paraat heeft, maar uiteindelijk zou die wel op tafel moeten komen. Zonder onderbouwing mag een bewering terzijde worden gelegd.

Vooral in historisch onderzoek wordt nogal eens de regel gebruikt, dat een enkele bron niet genoeg is. Bij het bestuderen van mei 1940 is er helaas maar al te vaak een enkele bron of getuige. Er is ook nogal wat van horen zeggen. Dat zou alleen geaccepteerd mogen worden als er ondersteunend bewijs is. Het is echter te kort door de bocht om, als dergelijk bewijs ontbreekt, te zeggen dat iets niet klopt.

Op de bovengenoemde website is veel informatie te vinden. De zoekfunctie is daarbij een handig middel, maar levert niet altijd overzichtelijke en complete informatie. Veel hangt af van het ingegeven zoekwoord. Wie bijvoorbeeld iets wil weten over het gebruik van vlammenwerpers bij de gevechten in mei 1940 uit documenten op die website kan het woord "vlammenwerper", "vlamspuit", of "vlam" intypen. De eerste twee woorden leveren niets op. De laatste het verslag van het Verhoor van Elt Niemantsverdriet. Helaas wordt het NIMH-nummer daarbij niet vermeld, maar dat is vermoedelijk (gezien de documenten in dezelfde serie van 1-I-8 RI) 507007.

Deze week kwam er bij mij nieuwe informatie binnen.

De eerste is, dat mogelijk bij de Duitse aanval toch kartetsen zijn gebruikt. Niet in de vorm van de oude "blikken bus", maar in de vorm van de granaat-kartetscombinatie, kortweg granaatkartets genoemd. Dat was ook niet helemaal uitgesloten. Tenminste niet voor het oudere geschut, waar nog oude voorraden van munitie voor geweest kunnen zijn. Ze zaten in de uitrusting van de le FH 16, het vroegere standaardgeschut van het Reichsheer. Hiervan het volgend plaatje.


In enkele opgaven die ik ken, was er alleen te lezen, dat er in mei 1940 licht-, brisant-, en rookgranaten werd gebruikt. Dergelijke informatie is te vinden in de "Besondere Anordnungen für die Versorgung" en in het KTB van de Ib, de stafofficier Logistiek. Die bronnen zijn bij mijn weten nog nauwelijks bestudeerd. Verder zijn er nog de technische handboeken.
In het standaardwerk van Hogg "German Artillery of World War Two", dat veel informatie over gebruikte munitie geeft, wordt (pag. 45) over de 10,5 cm le FH 16 alleen gezegd dat de munitie van deze FH gelijk is aan die van de le FH 18. Dat zijn onder meer brisant- en rookgranaten, maar (voor zover ik had kunnen vinden) geen (granaat)kartetsen.
Een vaste correspondent op dit gebied gaf me aanvullende informatie. Daaruit bleek, dat de le FH 16 zoals gezegd, vlak na WO I het standaardwapen van het Reichsheer, wel degelijk granaatkartetsen had. Ook wees hij me op het feit dat er zogenaamde "sS" munitie was voor de MG. De afkorting tussen aanhalingstekens betekent "schweres Spitzgeschoss", zware puntmunitie. Dat was standaardmunitie, niet speciaal geschikt voor het beschieten van versterkte posities. Die zal ook bij de Grebbeberg gebruikt zijn, maar het doordringingsvermogen daarvan was gering.
De interpretatie van de treffers op de Nederlandse kazematten is ook niet zo simpel. Er moet rekening worden gehouden dat er ook veel aanslagen zijn van eigen Nederlands vuur. Het ligt voor de hand daaraan te denken bij beschadigingen aan de keelzijde (de van de vijand af gekeerde zijde) van kazematten.
Van een bestuurslid van Stichting Kennispunt Mei 1940, kreeg ik een link naar enkele foto's van gebouwen aan de Straatweg - Cuneraweg, die duidelijk vernield zijn. Ook door Nederlands vuur. Dat is een factor die meegewogen moet worden. Het heeft me opnieuw aan het denken gezet over de oorzaak van het sneuvelen van de groep Geels uit P.10. *
Hierbij een link naar die foto's

//www.grebbeberg.nl/index.php?page=photo&pid=3664
//www.grebbeberg.nl/index.php?page=photo&pid=2129


* De groep die in de kazemat west van de Grebbesluis stond. In de officiële lijsten staat als doodsoorzaak opgegeven "Op 16 mei 1940 gevonden in de PAG-stelling zuid langs de straatweg Rhenen - Wageningen, tegenover de roggeakker." Die informatie is onjuist. Op bovengenoemde website wordt ook de juiste informatie vermeld "Behoorde tot de 2e Sectie [SMI Ligthart], en was stukscommandant van de PAG in kazemat P.10 bij de sluis. De bemanning werd bij de Duitse aanval kort na het middaguur op 12 mei uit de kazemat gedwongen. Volgens ooggetuigen verlieten allen de kazemat levend. Vervolgens werden zij gedwongen Duitse PAK de berg op te trekken, tegen de Holle Weg op. Sergeant Geels en zijn gehele stuksbemanning zijn bij die handelingen door Nederlands vuur of door standrechtelijke executie gedood en teruggevonden langs de Grebbeweg tussen het kerkhof en de stoplijn."

Dat werpt weer vragen op over de kracht van de verdediging aan de Grebbeweg (die plaatselijk bekend staat als de Holle Weg).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie