woensdag 10 oktober 2012

Nieuw inzicht

Mijn inzichten zijn op enkele punten veranderd sinds het begin van deze weblog. Belangrijke nieuwe gezichtspunten zijn:

Op 10.5.40 stond een spoorwegbatterij ZO van Elten in stelling. Deze, EB 674, bestond uit één stuk 24,0 cm SK L/40 (Theodor). Het kwam zo goed als zeker niet in actie. Het was waarschijnlijk bedoeld om te helpen de forten Pannerden en Westervoort uit te schakelen. Andere lonende doelen waren er niet binnen de dracht. De spoorwegbatterij werd in de avond teruggetrokken en later in de Westfeldzug nog wel ingezet.

De bespannen eenheden waren achteraan gezet in de marscolonnes van 207. ID. Alleen op de marsroute naar Doesburg was één afdeling meegegeven (I./207. AR). Die werd later aan 227. ID afgestaan.
Bij Wageningen kwam uit deze groep (divisieartillerie) III./207. AR het eerst in actie. Ingezet vanaf 11.5.40 vanuit stellingen vlak achter de Diedenweg en vermoedelijk ook in de Bosrand aan de oostzijde van de Eng. Daarna werd deze afdeling (en het nog later aangekomen geschut) naar voren geplaatst om de "eigen" infanterie (eerst alleen SSDF, later ook 322. IR) optimaal te ondersteunen. Op 12.5.40 werden III./311. AR en twee batterijen van II./207. AR aangetrokken. De laatste afdeling had de vijfde batterij afgestaan aan de Gruppe Brückner in de Betuwe. III./311. AR kwam te staan op de Eng noord van de Geertjesweg, 4. en 6./207. AR vermoedelijk in de noordoostrand van Wageningen (Vork Grindweg - Diedenweg - Rijksstraatweg).

Als versterking waren bij 207. ID nog II.SS AR en twee batterijen van IV./256. AR ingedeeld. Ze kwamen bij Westervoort en Doesburg in actie. Mogelijk in de avond van 10.5.40 ook bij Oosterbeek. Een batterij van IV./256. AR kan storend vuur hebben afgegeven richting Wageningen. Mogelijk vanaf de Dunoberg bij Heveadorp. Door 2 AMC werd geschut op die positie gepeild. II./SS AR volgde in zijn geheel de route over Westervoort en Renkum. Eén batterij van IV./256. AR (10./256. AR) ging mee over Doesburg en werd daar ook ingezet. In de ochtend van 11.5.40 in Renkum aan. 12./256 AR (de derde batterij van IV./256. AR) was afgestaan aan 227. ID.
De vijf gemotoriseerde batterijen werden in en bij Renkum opgesteld. II./SS AR zuid van de straatweg, 10. en 11./256. AR noord daarvan. In de ochtend van 12.5.40 werden de batterijen naar voren geplaatst, naar het gebied van de Wageningse Berg. II./SS AR nam stellingen in vlak achter de Diedenweg aan de westrand van de Eng. 10. en 11./256. AR kwam in de tweede bosrand te staan oost van de Eng. De twee batterijen met achterliggend kampement kwamen in de middag en avond van deze dag onder vuur van een afdeling 10 Veld, I-12 RA. Die gaf met waarschijnlijk twee batterijen enkele vuurconcentraties op dit gebied af. Opgegeven coördinaten waren daarbij 176,12 - 443,05. Door de grote lengtespreiding kwam dit vuur in de buurt van 10./256. AR en de achterliggende tenten van vooral ook 11./256. AR terecht.

De stellingen waren rond de middag van 12.5.40 ongeveer als volgt:
Ondergrond: WUR Speciale Collecties.Luchtfoto nr 1838.

Al (pas) in de middag van 11.5.40 werd geconstateerd dat er behoefte was aan meer vuurkracht. Vooral van zwaar geschut. Daarvoor werden twee batterijen van s Art Abt 735 aangetrokken van het buurkorps dat in Limburg en Noord Brabant opereerde, XXVI. AK. Volgens officiële bronnen zou s Art Abt 735 uit drie batterijen 21,0 cm Mörser 18 bestaan hebben. De derde kwam waarschijnlijk verlaat beschikbaar. Niet op tijd om nog in het eerste deel van de Westfeldzug te worden ingezet.
Door logistieke problemen bij verplaatsing uit Noord Brabant over Rijn en IJssel kwamen de twee batterijen pas in de late middag/avond van 12.5.40 in het gebied bij Wageningen aan. Waarschijnlijk over de route Calcar - Emmerich - Westervoort - Renkum. Bij Westervoort was nog geen brug met voldoende draagvermogen gereed. Een 16-t brug daar was wel gepland, maar aanvoer van het brugmateriaal vanuit Wesel werd de eerste dagen opgehouden omdat Fort Pannerden nog niet stevig in Duitse handen was. Dit fort blokkeerde de aanvoerroute van het brugmateriaal over water. De Mörser werden daarom bij Westervoort moeizaam overgezet met een geïmproviseerd veer (met Pram d.w.z. Rijnaak).
De Mörser werden in stelling gebracht in het bosgebied van de Wageningse Berg. Zuid van Bennekom. Stellingen bij Nol in 't Bosch en Kortenburg. In de ochtend van 13.5.40 werd door Nederlandse vliegtuigen een bomaanval uitgevoerd op de stellingen in de Bosrand. Vlakbij de stelling van een Mörserbatterij aan de Geertjesweg, vlakbij de Zwarteweg, werd kortgeleden één van deze bommen (niet ontploft) onschadelijk gemaakt.

Op 13.5.40 kwam de Duitse artillerie voor het eerst west van Wageningen. In de avond van deze dag waren de posities (volgens een Lagenkarte van X. AK) als volgt:













Bron: BA-MA. Signatur RH 24-10/48K.

Het kaartje laat zien dat na de doorbraak bij Rhenen de achtervolging op het Nederlandse leger was ingezet. Vermoedelijk een dag of twee later werd een verkeersregelaar op een foto gezet in de noordoostrand van Ede. Vooraan een Rohrwagen van de Mörser. De colonne is dan met een nieuwe opdracht op weg naar België. Link naar deze foto: http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=photo&pid=10303