donderdag 1 juli 2010

Spoorweggeschut

Over het spoorweggeschut zijn wat nieuwe gegevens bekend. Onder meer uit een boekje van Guy Francois, "Eisenbahnartillerie".

Bij de 18e Armee zijn twee 24 cm batterijen ingezet. Die hadden de nummers EB 664, en EB 674. EB staat hier voor "Eisenbahnbatterie" (spoorwegbatterij). Voor deze batterijen waren vuurstellingen ingericht. I.V. Hogg, "German Artillery in WWII" geeft hiervan een plaatje op p. 122, 123. Bij deze emplacementen behoorden draaitafels, munitiemagazijnen, en schermen tegen de kracht van het schot. Er wordt wel verteld, dat dit soort geschut in staat was, door de luchtdruk bij het afvuren, het dak van een nabijgelegen gebouw op te lichten. De vuurstelling voor EB 674 was ingericht in een bocht in de spoorlijn Z van Elten. Die voor EB 664 was 2 km O van Kranenburg, bij Kleef [NIMH Coll 401, Inv Nr 0164 - 0170].

Vanuit de aangegeven vuurstellingen was de Grebbeberg met deze zware kanonnen niet bereikbaar. Verhalen over aangetroffen mogelijke scherven van 24 cm-granaten in de gevechtsverslagen van II-19 RA kunnen dus niet juist zijn. Opvallend is in dit verband, dat de melding van Cdt II-19 RA veel positiever geformuleerd werd, dan die van Cdt 1-II-19 RA en Cdt 2-II-19 RA. De eerste meldt op 12 mei 1940 scherven van "24 à 25 cm", de tweede van "20 à 24 cm", de derde van "ongeveer 20 cm en groter" [NIMH Coll 409, Inv Nr . 502027, 502028, 502029]. Mogelijk zijn door II-19 RA dus scherven van 21 cM Mörsers 18 gevonden. In onderzoek is nog, of die op 12 mei 1940 wel in dit gebied gevuurd kunnen hebben.

Het spoorweggeschut werd in hoofdzaak gebruikt op doelen, die voor de gewone artillerie buiten bereik lagen. Lonende doelen waren:

1. Grote bunkercomplexen
2. Gereedstellingen, en andere troepenconcentraties
3. Alle andere doelen, voor het beoogd psychologisch effect.

In het eerste geval zullen betongranaten met vertraagde werking, in de twee overige brisantgranaten met versnelde tijdbuis zijn gebruikt.

Het 24 cm spoorweggeschut was oud marinegeschut, met looplengte 8,4 m (L/35), resp. 9,55 m (L/40). Het eerste type werd aangeduid als 24 cM SK L/35, het tweede als 24 cM SK L/40. De aanduiding "SK" staat hierbij niet voor "Schnellfeuerkanone" (snelvuurkanon), zoals in Internet-publicaties wel te lezen is, maar voor "Schiffskanone" (scheepskanon) [R. Böhm, "Die deutschen Geschütze, 1939 - 1945", p. 14]. Het spoorweggeschut was allesbehalve snelvuurgeschut. De vuursnelheid lag op 15 s/h (15 schoten per uur) [Böhm, a.w., p. 166].

Na ombouw kreeg dit geschut de aanduiding "24 cm Kanone in Eisenbahnlafette" (24 cm kanon op spoorwegaffuit). De L/35 staat bekend als "Theodor Bruno", de L/40 als "Theodor". Afgekort 24 cM K (E) Th Br, en 24 cM K (E) Th.

Het marinegeschut L/35 was afkomstig van kustpantserschepen van de Odin-klasse. Deze waren elk bewapend met 3 van deze stukken. In 1936 waren ongeveer 10 van deze kanonnen over. Hiervan waarschijnlijk 3 opgesteld in een Duitse "Seezielbatterie" (kustbatterij), en 6 opgelegd, afkomstig van andere kustbatterijen. Rond 1916 waren (onder meer ?) de kustbatterijen bij Sylt, Norderney, en Wilhelmshafen met dit geschut bewapend. Door Krupp werden de opgelegde stukken tussen 1936 en 1939 in het "Sofort Programm" benut voor de bouw van spoorwegbatterijen [Hogg, a.w., p. 122]. Waarschijnlijk hadden die eerder in de kustbatterijen bij Sylt en Norderney gestaan. Volgens Wikipedia waren deze stukken afkomstig van de Odin en de Ägir.
Het marinegeschut L/40 kwam van de 10 slagschepen ("Linienschiffe") van de Wittelsbach- en de Kaiser Friedrich III-klasse. Deze hadden vier van deze stukken, in twee dubbelbatterijen. Daarvan werd na WOI, op grond van bepalingen van het Verdrag van Versailles, ongeveer de helft vernietigd. In het "Sofort Programm" benutte Krupp 3 van de overgebleven stukken [Hogg, a.w., p. 125]. Mogelijk 12 stukken waren toen nog opgesteld in Duitse kustbatterijen.

Volgens het Verdrag van Versailles (1919) mocht Duitsland geen veldgeschut zwaarder dan 10,5 cm meer bezitten. Ook moesten de versterkingen, vanaf de Westgrens tot 50 km O van de Rijn, ontmanteld worden. Daarmee bleef ondermeer al het geschut in kustbatterijen O van die lijn toegestaan.
Bij de terugtocht naar Duitsland aan het eind van WOI, werden in België en Nederland enkele spoorwegbatterijen achtergelaten door het Duitse leger. Van kaliber 24 cM waren er in mei 1940 nog minstens twee (aanwezig in Tienen en Hasselt) bruikbaar. Die werden onmiddellijk weer ingelijfd. EB 674 kreeg hieruit een tweede stuk.

In Nederland werden in 1918 4 stukken 28 cm L/40 type "Bruno" bij doortocht in beslag genomen. Ze bleven achter in de douaneloods te Baarle-Nassau. Eén van de vier had het productienummer "Essen 682934". Een andere een vervaagd opschrift "28 c.M.Dr.h.L c/1901" [te lezen als 28 cM Br SK C/1901. De aanduiding C/1901 geeft het constructiejaar 1901 aan]. Ze hadden alle verder dezelfde type-aanduidingen, "M.BRUNO Nr.V". Hiervan de volgende foto.


Bron: Nationaal Archief [NA 2.13.86, Mindef/AI, Inv Nr 2531].

Volgens Francois [p. 31, 55] waren deze kanonnen afkomstig uit aanmaak van 20 stukken voormalig scheepsgeschut van de “Deutschland”-klasse. De vier stukken werden later aan België overgedragen, en zonder veel wijzigingen [voorzover nog bruikbaar] in WOII weer aan Duitse zijde ingezet.

Uit officiële Duitse overzichten blijkt, dat er in mei 1940 aan het begin van de Westfeldzug vier 24-cm batterijen waren*):

EB 664 - 2 st 24 cM K (E) Th, in andere notatie 24 cM SK L/40
EB 674 - 1 st 24 cM K (E) Th, in andere notatie 24 cM SK L/40
EB 721 - 2 st 24 cM K (E) Th Br, in andere notatie 24 cM SK L/35
EB 722 - 2 st 24 cM K (E) Th Br, in andere notatie 24 cM SK L/35

Deze stukken L/40 hadden een dracht van ruim 27 km, de L/35 van 20 km. De afstand Elten - Grebbeberg is ongeveer 38 km, vanaf Kranenburg 34 km. De Grebbeberg lag voor dit geschut vanuit beide opstelplaatsen ruim buiten bereik.

Hierna waren nog twee (reserve ?) stukken L/35, maar geen exemplaar L/40 meer beschikbaar. Reservestukken waren hard nodig, omdat de loop na een kleine 1.000 schoten versleten raakte.

Over de inzet van het 24 cM spoorweggeschut in de Westfeldzug en daarna, is nu ook wat meer bekend. Volgens Francois [p. 53, 62]:

*EB 674 werd ingezet in de Westfeldzug, om de overgang van XXV AK over de Rijn te forceren
*EB 721 beschoot in juni 1940 Franse kazematten in de Vogezen
*EB 664 en EB 674 stonden vanaf juli 1941 aan de Atlantische kust bij Erromardie en Dorrondeguy, zuid van Biarritz. Deze batterijen werden in juli 1944 naar Normandie verplaatst. In september 1944 zijn ze bij Saarbrücken aangetroffen.

Francois geeft in een tabel [p. 52] van zijn studie aan, dat EB 664 uit 2 stukken Th Br (L/35) zou hebben bestaan, en EB 674 uit 2 stukken Th (L/40). Dat is voor mei 1940 (volgens de Duitse overzichten, zie boven) niet juist. Uit dezelfde overzichten blijkt, dat de EB's na mei 1940 heringedeeld werden, en deels andere bewapening kregen.
Francois [p. 54] geeft daarbij aan, dat twee stukken L/40 Th [Karl] teruggevonden werden in België en daarna weer ingelijfd. De stukken 24 cM SK L/35 werden ook (gedeeltelijk) uit krijgsbuit door zwaarder geschut met groter dracht vervangen.

Enkele links, voor geïnteresseerden in nadere details zijn:

http://www.one35th.com/model/k5/k5_24cmke.htm
In deze bron een storende fout voor de dracht van SK L/35. Deze staat vermeld als 10.000 m rond, maar was volgens Böhm, en ook bij Hogg, 20.200 m. De 10.000 m staat in Böhm wel vermeld als minimale dracht voor dit type geschut.
Zie ook mijn volgende opmerkingen bij Wikipedia.

http://en.wikipedia.org/wiki/24_cm_Theodor_Bruno_Kanone_%28E%29
http://en.wikipedia.org/wiki/24_cm_Theodor_Kanone_%28E%29
De laatste twee publicaties zijn waarschijnlijk van dezelfde auteur. De verstrekte technische gegevens zijn in het algemeen wel juist. De zes stukken SK L/35 (Th Br) kwamen alleen uit meer dan één schip van de Odin-klasse. Volgens deze bron zou EB 664 in mei 1940 bestaan hebben uit 2 st Th Br, EB 674 uit 2 st Th, EB 721 uit 1 st Th Br, en EB 722 uit 2 st Th Br. De Duitse overzichten (zie boven) geven anders aan.

http://forum.axishistory.com/viewtopic.php?f=70&t=129444&sid=cbef1651029830657a25a34bee38ce5b&start=15
Een interessant stuk, v.w.b. de gevechtsgeschiedenis van EB 664 en EB 674 vanaf 1941.

Mijn dank Eelco, voor de tips, en voor de gegevens over het scheepsgeschut.
_
*) Update van 30 maart 2011. Zie bijdrage 27 maart 2011.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie