woensdag 21 juli 2010

Reconstructie

Onze kennis over de stellingen van Duitse artillerie bij Wageningen is, in de loop van deze studie, flink toegenomen. Vooral, omdat in de krijgshistorische archieven verrassende vondsten werden gedaan. Hieronder de officiële indelingen van de 18e Armee, X AK, ID 227, en ID 207. Verder ook gegevens over de opmars, ingezette eenheden, verbindingen, brugslag, en bijzondere gebeurtenissen.

Het krijgsgeschiedkundig onderzoek werd na de oorlog met kracht hervat. Maar veel informatie was toen al weggezakt. En een deel van het oorspronkelijk materiaal was verloren gegaan. De Nederlandse dossiers zijn vaak erg beknopt. Vroegere bijlagen, en zelfs delen uit de oorspronkelijke rapporten, zijn verdwenen. Meestal bij de capitulatie verbrand, of op andere manier vernietigd. Groot gemis is, dat blijkbaar ook al het film- en fotomateriaal, gemaakt tijdens verkenningen en gevechtsacties, toen vernietigd werd.
De Duitse KTB's en bijlagen zijn nog grotendeels aanwezig. Al zijn die evengoed beknopt, en (zelfs in origineel) vaak slecht leesbaar. Veel documenten zijn aan de randen door brand beschadigd, waardoor stukken tekst verloren gingen.

Met al het nu verzameld materiaal is een goede reconstructie mogelijk. Daarmee kunnen hiaten nog worden aangevuld, en duidelijke fouten gecorrigeerd.

Voor ons onderzoek was de gebruikelijke vaagheid van KTB's en bijlagen bijzonder hinderlijk. Niet bekend was, welke artillerie-eenheden precies bij Wageningen werden ingezet, en waar die in stelling hebben gestaan. De later vastgelegde informatie blijkt nogal eens fout. Zo hebben er in Renkum geen Mörsers gestaan. En er hebben ook op 12 mei 1940 geen "drie zware en twee lichte afdelingen" gevuurd bij Wageningen, zoals General der Waffen SS Georg Keppler zeven jaar later liet vastleggen. Dat gebeurde in een gesprek met twee officieren van de Krijgsgeschiedkundige Sectie van de Generale Staf, Gen Maj Van Hilten en Maj Van der Kloet [NIMH Coll 409, Inv Nr 550018].

De gegevens voor 11 mei 1940 werden in het volgend curieuze schetsje vastgelegd. Het geeft in elk geval aan, dat het stellinggebied tussen Wageningen, Bennekom, en Renkum lag [NIMH Coll 409, Inv Nr 550022].


Dit schetsje moet met flink wat zout worden genomen. Aangetekend werd daarop rechtsonder, dat de juiste plaatsen van de afdelingen artillerie niet bekend waren. Verder geven bijschriften aan, dat IV/AR 207 niet bij de Divisie was [volgens onze informatie zelfs niet bestond], en dat III/AR 311 die dag nog te Oosterbeek was. Die correcties werden gemaakt op basis van gegevens uit de KTB's. Maar die bronnen zijn niet altijd volledig en duidelijk. In een enkel geval geeft dat aanleiding tot misverstand, en tot foute interpretaties.

Zo is helder, dat Keppler op grond van de ervaringen van 11 mei, een betere artilleristische voorbereiding nodig vond om de Grebbeberg te kunnen bestormen. Daarom vroeg hij nog in de nacht van 11 op 12 mei om meer en zwaardere artillerie bij zijn chef, GenLt Von Tiedemann, Kdr ID 207. Toegezegd werd toen blijkbaar, dat mede uit de Korpsreserves, in totaal drie zware en twee lichte afdelingen beschikbaar zouden komen voor de aanval op 12 mei. Het aanvalsplan was daar ook op afgestemd. Maar in zijn melding van die dag tot 6.15 uur [samengevat in het KTB van ID 207] noemt de Artilleriekommandeur (Arko) Wilhelm Metger (Kdr AR 207) maar vier ingezette afdelingen: II/AR SS, III/AR 207, III/AR 311, IV/AR 256. De vijfde (derde zware) afdeling was toen dus nog niet aanwezig.
Als gerekend werd op s Art Abt 735, weten we nu, dat die pas in de ochtend van 13 mei kon worden ingezet.

Als we de waarnemingen op Duitse artillerie bij Wageningen nagaan, zien we het volgende voor de eerste meldingen per afdeling:

11 mei, 7.45 Mondingsvlammen van vij art, waargenomen op Wageningse Berg. W.s. II/AR SS bij Villawijk.
11 mei, 8.16 Inschieten vij. art. Vermoed op of bij de Wageningse Berg. W.s. III/AR 207 bij Geertjesweg.
11 mei, 8.58 Vij. art. bij Kop Oude Haven. W.s. Infanteriegeschut in voorste lijn.
11 mei, 23.30 Inslagen, vanaf het midden tussen Wageningen en Bennekom. W.s. IV/AR 256 bij Dorskamp.
13 mei, 9.40 Vij. art. bij 2e g van "Synagoge". Plaats: Westrand Wageningen. W.s. III/AR 311.

Opvallend is, dat er van s Art Abt 735 ook op 13 mei geen duidelijke waarnemingen bekend zijn. Vooral op 12 mei, werden er wel veel meldingen vastgelegd van kleine eenheden licht geschut in het Voorpostengebied. Tot nu toe zijn deze geïnterpreteerd als infanteriegeschut. Mogelijk ging het echter toen ook al om vooruitgeschoven batterijen van AR 207 (4, 6/AR 207, III/AR 207, en III/AR 311). Op 13 mei werden in elk geval 4/AR 207 en III/AR 311 tussen de Grebbeberg en de Westrand van Wageningen ingezet. Tenslotte werd op 13 mei een eenheid (batterij of afdeling) zwaar geschut "bij Bornse Steeg" waargenomen. Dit voorval interpreteren we nu als een stellingwisseling van IV/AR 256.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie