donderdag 20 mei 2010

Waarnemingen

Waarnemingen werden opgetekend in een Vuurregelingregister (VRR), of in een Bericht- en Meldingenregister (BMR). Elke afdeling had die. Aangetroffen zijn van de Divisie-artillerie:

Het VRR van I-8 RA [NIMH Coll 409, Inv Nr 511007]
Het BMR van III-8 RA [NIMH Coll 409, Inv Nr 511016]

Berichten over waarnemingen op vijandelijke artillerie uit het eerste document waren onder meer:
11 mei (tijd onbekend, tel) Nr. 14, Van wp Levendaal. "Vijandelijke art 80 o/oo links van RK Kerk, waarschijnlijk iets verder".
11 mei (15.40, tel) Nr 60, Van G 503. "Vijandelijke art waargenomen aan de Haarweg. Mogen wij vuren".
12 mei (13.19, tel) Nr 19, Van Lt Smit. "Waargenomen schietende batterij onder O van Synagoge, vt 173 - 441".

Hieruit blijkt, dat vaak belangrijke informatie ontbrak. Tenminste niet opgetekend werd. Dat waren: Afzender, Wijze van waarnemen, Gebruikte kaartversie, Plaats wp, Aard van het doel, Richting, Afstand. Zo mogelijk ook: Breedte en Diepte van het Doel. Nodig, om de waarneming in kaart te kunnen brengen. Vervolgens dan een gewenst vuur te kunnen berekenen.
Wij moeten, door vergelijking van verschillende bronnen, zien vast te stellen, wat waarschijnlijk waar werd gezien.

De Afzender is vaak slecht aangegeven. Niet, gecodeerd, of onvolledig. Hierboven bijvoorbeeld "Wp Levendaal". Was dat die van 8 RI, of van I-8 RA (Kaartje in: SG, III.3, p. 305) ? Wie was G 503 ? En wie was Lt. Smit ? Aanvullende bronnen geven, ook na veel naslagwerk, toch niet altijd een bruikbare oplossing. De gecodeerde aanduidingen bleven lang duister. Tot een codetabel, lopend tot bataljons- en afdelingsniveau, werd gevonden in een map uit een andere NIMH-Collectie dan de Nederlandse gevechtsverslagen.

De beschikbare apparatuur zal op de wp's van de artillerie meestal wel hetzelfde zijn geweest. Batterijkijker, Richtkompas, Telefoon.


Richtingen waren met de voorhanden instrumenten niet op een duizendste nauwkeurig te meten, en in te tekenen. Afstanden moesten worden afgelezen op kruisdraden in de kijker, en geschat aan de hand van bekende merkpunten. Van de batterijen werd vaak alleen kort een mondingsvlam gezien. Daarop valt niet scherp te stellen. De afstand kon verder nog ingeschat worden door tellen van tijdsverloop, tussen het zien van de mondingsvlam en het horen van de afvuurknal. Dat kan ook geen erg nauwkeurige resultaten hebben gegeven. 2 AMC had gevoeliger licht- en geluidmeet-apparatuur. Die toestellen gaven evenmin feilloze resultaten. Ze hadden hun eigen kwetsbare punten.

De kaartversie wordt in geen enkel bericht genoemd. Dat is een ernstig tekort. Met name als een kaarthoek wordt aangegeven, of een punt ten opzichte van een gegeven op de kaart. Zoals de "H van Haarweg". Het kaartmateriaal was allesbehalve uniform. Nieuw kaartmateriaal was nog maar beperkt aanwezig. Gen Harberts, Kol Van Loon, en hun ondercommandanten gebruikten niet allen dezelfde kaartversies. Dat moet tot grote spraakverwarring hebben geleid.

De plaats van de wp zal aan de geadresseerden toen, meestal wel kaartnauwkeurig bekend geweest zijn. Maar nu moeten wij nogal eens een inschatting maken. In dezelfde omgeving waren er vaak verschillende, ook van de infanterie. Nierstrasz heeft een aantal "wp's van de artillerie" op zijn Schetsen/Kaarten laten intekenen. Dat lost een deel van de problemen op. Maar niet alle. De aangegeven posten werden verder niet van tekst voorzien. Daardoor bleef onduidelijk waar Groenebank was. Gelukkig heeft 8 RA de eigen posten op een kaartje ingetekend. In enkele gevallen werd dan, omdat men teveel onder vijandelijk vuur kwam, verhuisd naar een minder nauwkeurig aangegeven plek. De wp's van de LKA zijn nog maar voor een klein deel bekend.

Een overbrugbaar probleem is tenslotte de omrekening van Bonne- naar RD-coördinaten. Daar bestaat een benaderende formule voor. De uitkomsten zijn dus niet in drie decimalen precies. Maar dat zullen de (in)metingen ook niet geweest zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie