donderdag 6 mei 2010

Stellingen 12 mei

In de ochtend van 12 mei stonden "O van Wageningen" de volgende Duitse afdelingen en batterijen tot vuren gereed:
1) II/AR SS, met 12 stukken 10,5 cM le FH 18
2) III/AR 207, met 12 stukken 10,5 cM le FH 16
3) 10, 11/AR 256, met 2 x 4 stukken 15,0 cM s FH 18

In de loop van de dag (waarschijnlijk rond de middag) kwam beschikbaar:
4) III/AR 311, met 12 stukken 15,0 cM s FH (lg) 13

Hier kwam ook in de loop van de dag (waarschijnlijk tegen de avond) nog bij:
5) s Art Abt 735, met 2 x 3 stukken 21 cM Mörser 18.

Aangegeven doelen voor deze eenheden waren:
II/AR SS, III/AR 207, III/AR 311 (de Groep Divisie-artillerie), versterkt met 11/AR 256, moesten directe steun geven aan de oprukkende infanterie.

Toedeling als volgt volgens KTB's en Bijlagen:
III/AR 207 en III/AR 311 directe steun aan het bataljon N van de kunstweg Wageningen - Rhenen, III/SS "DF"
II/AR SS, 10, 11/AR 256 directe steun aan het bataljon Z van deze weg, II/SS "DF"

De zware artillerie, onder commando van Arko 22, en met hulp van artilleriewaarnemers (Geluid-, en Lichtmeetgroep, Artillerieverkenningsvliegtuigen, vooruitgeschoven artilleriewaarnemers op de grond) werd gebruikt als "Schwerpunktsgruppe" om de toegang naar de Grebbeberg te forceren. Zij bestreden artillerie op de Grebbeberg en bij Rhenen, en moesten flankerende gevechtsposten uitschakelen en verzetshaarden opruimen.

Van 14.00 uur tot 14.20 uur Duitse tijd (Nederlandse tijd 1 uur en 40 minuten vroeger) was een vuurconcentratie bevolen van vijf afdelingen, vooral op een aantal met nummers aangegeven gevechtsposten. 1 Afdeling vuurde N van de Grebbesluis op bunkers nr 47 a-c, 2 afdelingen op bunkers 36 a en b bij de Grebbesluis, 1 afdeling op hoogte 53 (bij buurtschap De Dijk), 1 afdeling op bunkers in de linie Ochten-De Spees. Het Hoornwerk werd hierbij blijkbaar niet speciaal beschoten. Bovendien werd vermoedelijk vooral met brisantgranaten versneld geschoten, tegen personeel ("zachte" doelen).

De vuurconcentratie werd later ingezet, door verlate aankomst van een bespannen afdeling. Vermoedelijk ging het hierbij om III/AR 311.
Met dezelfde aannames als voor 11 mei zijn de (vermoede) stellingen ingetekend op het volgend kaartje. Een detailkaartje is aan het eind toegevoegd.
Het bereik van de Mörsers wordt getaxeerd op 14 km. Dat valt over de westgrens van dit kaartje.


Het is verleidelijk, te speculeren over welke eenheid bij de vuurconcentratie welke opdracht heeft gehad.
Aannemelijk is, dat II/AR SS de linie Ochten - De Spees beschoot. Verder zullen III/AR 207, en III/AR 311 de noordelijke doelen hebben bevuurd. Het zware geschut zal vermoedelijk ingezet zijn op de punten bij de Grebbesluis, inclusief de voorrand van de Grebbeberg.

II/AR SS is blijven staan in de Villawijk. Op dit gebied is nauwelijks Nederlands vuur afgegeven. Er is wel een enkel schot op het Ziekenhuis gevallen. Een afzwaaier uit een vuurconcentratie aan de Oostingang van Wageningen ? Bron hiervoor:
http://www.wageningen1940-1945.nl/
Via doorklikken vanuit het blokje "Wageningen 1940 1945" op de homepage, dan: "Gebouwen", "Gebouwen en straten 1940", "Ziekenhuis Ziekenzorg". Deze bron vermeldt:

"Op 17 mei werd een delegatie van “Ziekenzorg” naar Wageningen gestuurd om de situatie daar op te nemen. Een granaat had de gang en de operatiezaal van het ziekenhuis ernstig beschadigd."

III/AR 207 en III/AR 311 zijn ingetekend op de Eng, naar aanleiding van mededelingen van een enkele getuige die als kind van ongeveer tien jaar, het gebeuren van nabij meemaakte, Jaap van Tricht. Er is daarbij wat onduidelijkheid over data en tijdstippen. Hij kon zich helaas ook weinig details meer herinneren.

Op grond van onnauwkeurige waarnemingen en meldingen in Nederlandse krijgshistorische bronnen, is aangenomen, dat het zware geschut die dag in de Bosrand heeft gestaan. 10, 11/AR 256 vermoedelijk bij "Dorskamp". S Art Abt 735 vermoedelijk ongeveer 250 m meer N. Het raster geeft afstanden van 500 m.

De vermoede locaties zijn, gelet op bodem en schootsvelden aannemelijk. De ingetekende gegevens zullen in een later stadium nog aan waarnemingsmateriaal van I-8 RA en III-8 RA, worden getoetst. Dat is een bron die blijkbaar tot nu toe door niemand werd gebruikt. Hard bewijsmateriaal is tot nu toe niet gevonden.

De volgende detailstudie laat zien, dat het niet meevalt, de aangegeven batterijen op de vereiste manier te plaatsen. Tenminste niet, in het nog vrij beperkte gebied van de Eng en omgeving. Zeker niet op de aangenomen plaatsen. De plaatsing is hier en daar wel voor verbetering vatbaar. Maar alternatieven zijn er nauwelijks.
Ondergrond vormt opnieuw foto nr. 1838, uit de Speciale Collectie luchtfoto's 1939/1940 van de WUR.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie