donderdag 13 mei 2010

Achtervolging

Van Duitse kant bezien, waren de gevechtsdagen bij de Grebbeberg van ID 207 samen te vatten in de trefwoorden:

11 mei - Strijd om de Voorposten
12 mei - Inbraak bij de Grebbesluis
13 mei - Doorbraak van de Stoplijn
14 mei - Doorbraak bij Rhenen, en Achtervolging naar Utrecht

Om 0.35 uur, in de vroege ochtend van 14 mei, waren voor voertuigen geschikte noodbruggen over de spoorweg bij Rhenen gereed, zodat de achtervolging kon worden ingezet [GS, III.3, p. 697].
Tussen de regels door is te lezen, dat de achtervolging daarna nog veel tijd vroeg. Een SS-voorhoede [!] bereikte pas rond 5.50 uur Amerongen. Omstreeks 10.20 kwam de spits van de hoofdmacht in Doorn aan, tegen 13.20 uur werden de "buitenforten van Utrecht" (met name Fort Vechten) bereikt.

De achtervolging is in hoofdlijnen mooi zichtbaar gemaakt op de volgende schets uit het verslag van Hauptmann i.G. Rechlin [NIMH Coll 401, Inv Nr 1306].


ID 207 was in mars gezet naar Utrecht. In een door X AK voor die dag bevolen "Achtervolging zonder rust te nemen, daarbij het uiterste vragend van de marsvaardigheid van man en paard". Kleine gemotoriseerde SS-Groepen werden op verkenning vooruitgestuurd. Ze moesten tegelijk de nodige flankdekking geven. Bij de vooruitgezonden afdelingen waren (zoals ook bij de Opmars op 10 mei gebeurd was) enkele batterijen gemotoriseerd geschut ingedeeld. In de Betuwe had de versterkte Afdeling Panzerjägers van Maj. Brückner ook de achtervolging ingezet. Daarbij nog altijd één batterij lichte houwitsers van de Divisie-artillerie. De door II/AR 207 afgestane 5e batterij.

Op de schets vormt IR 322 (N = Cdt Neidholdt) de spits. Hierachter volgt IR 368 (v Oe = Cdt Von Oesterreich). Dan zijn twee eenheden naast elkaar getekend. Rechts de Divisie-artillerie (M = Cdt Metger), die IR 374 (K = Cdt Klemm) inhaalt. Het laatste regiment vormde de Divisie-reserve, en was op 13 mei aangetrokken naar Wageningen. De hoofdmarsgroep wordt gesloten door de Pioniersgroep uit Arnhem (P = Pi Gruppe, Hinze). Bij Wageningen is nog een achterhoede aangeduid. De SS-groepen zijn met een SS-teken aangegeven.

Waar was, behalve de Gruppe Metger die hiermee opgespoord is, de rest van de Duitse artillerie ?
Hierover meldt ons krijgsgeschiedkundig hoofdwerk [GS] weinig of niets. Deel III.1 [p. 697] geeft wel aan, dat er bij het Lek-acces nog wat schermutselingen plaatsvonden. Duitse troepen hadden het overzetten van "sterke terugtrekkende vijand" over de Lek, van Culemborg naar Wijk bij Duurstede, bemerkt. Hierop werd een SS-eenheid ingezet, waarbij een batterij van IV/AR 256 was ingedeeld. Deel III.1 [p. 227] geeft (in aanvulling hierop ?) aan, dat er gevechtscontact is geweest met een achterhoede-bataljon van I-14 RI, bij Ne[d]erlangbroek. Dat ligt ruwweg 4 km N van Wijk bij Duurstede.

Hauptmann i.G. Rechlin geeft nog wat interessante aanvullende gegevens. Niet uit te maken is, in hoeverre die betrouwbaar zijn. Hij overdreef in elk geval flink over de heldendaden van ID 207, waarbij hij Ic (inlichtingenofficier) was. Nadat hij verteld heeft, dat IR 322 op 14 mei optrekt naar Utrecht, vervolgt hij [NIMH Coll 401, Inv Nr 1303]:

- Citaat in mijn vertaling. Tussen haken wordt hier en daar een korte toelichting gegeven. Soms ook een ontbrekend woord aangevuld. Het origineel is door brandschade aangetast. Achter zo'n aanvulling is dan een vraagteken gezet.-

"Dicht daarop volgen de regimenten Klemm [IR 374] en Von Oesterreich [IR 368]. (..) Daartussen geschoven, en in draf inhalend, [naderen] de afdelingen van het Artillerie-Regiment Metger [Ruimer te interpreteren als Groep Metger, Divisie-artillerie. Niet alleen AR 207, het regiment waarvan Oberst Metger commandant was]. De batterijen van de zware gemotoriseerde afdeling Andreae, de "Brummer" [Daarmee werd het geschut van s Art Abt 735 bedoeld. De Mörsers werden "Brummbären" (bromberen) genoemd], die de mensen uit Pommeren en de [Ost ?]mark op grond van eerdere ervaringen bijzonder [waarderen ?], beveiligen met hun doorslaggevende inzet de achtervolging. Eén [batterij ?] wordt zelfs, onder beveiliging van enkele Kradschützen [motorrijders], [uit het groter verband losgemaakt ?].
De afdelingscommandant zelf, in de richting van Wijk bij Duurstede vooruitgegaan, meldt in de avond, dat hij, samen met een hem nagezonden compagnie van het Regiment Keppler [SS "DF"], om 20.00 uur [Duitse tijd] de aanval zal openen op de vesting NW van Culemborg [Op de forten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, dus op Fort Honswijk ?]. Door het [neerleggen van de wapens ?] [Nederlandse capitulatie] komt die aanval niet meer tot uitvoering."

Mijn conclusie is, dat aan Duitse zijde, ook op 14 mei, meer ingezet werd dan maar één batterij van IV/AR 256.
Aangenomen mag worden, dat beide batterijen van IV/AR 256, en waarschijnlijk ook II/AR SS, in voorste lijn mee gingen. Interessant is de suggestie, dat zelfs de Mörsers weer bij ID 207 optraden. Tot nu toe leek vast te staan, dat die in de eindfase bij ID 227 waren, en op 14 mei weer Korpsreserve werden. Uit het bevel voor 16 mei van AOK 18 [GS, III.1, p. 304] blijkt in elk geval, dat de Heerestruppen (Arko 22, Beob Abt 30, IV/AR 256, en s Art Abt 735) door de hogere legerleiding (AOK 18) uit het verband van X AK werden gehaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie