dinsdag 17 augustus 2010

De SS-Afdeling

Het voorgaande betekent, dat de inzichten over plaats en inzet van de SS-Afdeling (II/AR SS) iets aangepast moeten worden. Dat geeft tegelijk de gelegenheid, wat over personeel en opbouw van deze eenheid te zeggen.

De officieren zijn bekend uit een lijst (stand 15 april 1940) te vinden in het NIMH-archief [Coll 410, Inv Nr 75048]:
----------------------------------------------------------------------------
Staf/II AR SS
Abteilungsfü Sturmbannfü [Major] Robert Erspenmüller
Adjutant Untersturmfü [Leutnant] Dieter Richter
Fü Art Verb Kdo Hauptsturmfü [Hauptmann] August Wolferseder
Abteilungsarzt Hauptsturmfü [Hauptmann] Dr. Kurt Tiedjen
Zahlmeister Obersturmfü [Oberleutnant] Ernst Vogel
Waffenmeister Obersturmfü [Oberleutnant] Hans Schätzlein
Werkmeister Hauptscharfü [Oberfeldwebel] Rudolf Grimm
Fü Nachrichtenzug Untersturmfü [Leutnant] Erich Sinn
Fü Art Vermessungstrupp Oberscharfü [Feldwebel] Sebastian Wieshuber

4?/II AR SS
Batteriefü Hauptsturmfü [Hauptmann] Karl Kreutz
Beobachtungs-Offz Obersturmfü [Oberleutnant] Karlheinz Bühler
Batterie-Offz Oberscharfü [Feldwebel] Adolf Leineweber
Munitions-Staffelfü Oberscharfü [Feldwebel] Fritz Gerster

5?/II AR SS
Batteriefü Obersturmfü [Oberleutnant] Oskar Drexler
Beobachtungs-Offz Untersturmfü [Leutnant] Herbert Nix
Batterie-Offz Untersturmfü [Leutnant] Ernst Röntsch
Munitions-Staffelfü Oberscharfü [Feldwebel] Willi Salvador

6?/II AR SS
Batteriefü Obersturmfü [Oberleutnant] Harald Saucken
Beobachtungs-Offz Untersturmfü [Leutnant] Herman Lange
Batterie-Offz Untersturmfü [Leutnant] Robert Langer
Munitions-Staffelfü Rottenfü [Obergefreiter] Ferdinand Krummacker
-----------------------------------------------------------------------------
In dit overzicht zijn als afkortingen gebruikt: Art Verb Kdo = Artillerie Verbindungs Kommando, Fü = Führer, Offz = Offizier. Achter de rang tussen haken de Wehrmacht-aanduiding. Waar gegevens ontbreken, of niet zeker zijn, is een ? geplaatst.

Vergelijking met andere overzichten laat zien, dat het aantal officiersfunkties in de Afdeling op het gebruikelijke aantal (rond de 20) lag. Vanzelfsprekend ontbrak hier de Veearts (en in de lagere rangen bijvoorbeeld de Hoefsmid).
Opvallend is, dat er op de lijst van II/AR SS wel zeven onderofficieren staan. Een Oberfeldwebel [bij de artillerie gelijk aan Wachtmeester 1e kl], enkele Feldwebels [Wachtmeester], een Rottenführer [Korporaal 1e kl], en een Obergefreiter [Korporaal]. Het zal hier waarschijnlijk om personeel in opleiding, beoogde officieren, gaan. Het maakt duidelijk, dat door de snelle uitbreidingen vanaf 1935, er ook in het Duitse leger een groot tekort aan officieren bestond.

Organiek behoorde II/AR SS, net als de SS-regimenten "DF" en "AH" tot de Verfügungstruppen. Eenheden die op Korpsniveau als versterking beschikbaar stonden. Ze werden in de Gliederung van X AK genoemd, niet in die van ID 207 [BA/MA 24-10/44, S 252; NIMH Coll 410, Inv Nr 75072].
II/AR SS was gekoppeld aan SS-Rgt "DF". Deze gemotoriseerde afdeling, uitgerust met 36 st 10,5 cM le FH 18, zal vooral voor ondersteuning en beveiliging van de oprukkende bataljons van deze Standarte zijn ingezet.
Begrijpelijk is dan, dat Untersturmführer Richter, Adjutant II/AR SS, door X AK in een lijst op naam gemelde officiersverliezen werd opgenoemd bij SS-Regt "DF" [daar vermeld als Richters].

Niet bekend is, of II/AR SS verdeeld werd, tussen de hoofdgroepen in de opmars over Arnhem en Doetinchem. Er wordt bij de beschrijvingen van gevechtsacties meestal vaag gesproken over de inzet van "zware wapens".
Vermoedelijk bleven Staf en de drie batterijen van II/AR SS bij elkaar. De Afdeling ging dan in zijn geheel mee met het versterkte I en III/ SS "DF", onder bevel van Standartenführer (Kolonel) Keppler. Daarbij ook 11/AR 256. Het Bataljon II/SS "DF", onder bevel van Obersturmführer (Eerste Lt) Von Scholz, kreeg Stab IV u. 10/AR 256, en ook I/AR 207, mee in de opmars over Doetinchem.

Uit het verslag van 10 en 11/AR 256 blijkt, dat II/AR SS op 11 mei 1940 om 7.50 uur onze tijd in Renkum was. Daar kwam de afdeling "Z van de Straatweg" in stelling, en 10, 11/AR 256 "aan de NW uitgang van die plaats".

Dit betekent, dat we ons beeld van de opstellingen in Renkum toch mogelijk nog wat moeten bijstellen. In de schets van Gerard van der Schouw waren alle (elf) stukken N van de Straatweg ingetekend, vanaf de Le Maitreweg. Ook had hij de vuurmonden achter zijn ouderlijk huis nu als 15,0 cM-geschut [dan van IV/AR 256] herkend.
Het is niet uitgesloten, dat hier toch stukken 10,5 cM van II/AR SS werden opgesteld. Het verschil tussen beide typen is, zodra het in stelling stond, niet heel groot. En beide eenheden hadden motortrekkers.
Waarschijnlijk stond aan de Le Maitreweg dan een incomplete batterij (drie stukken). De hoofdgroep van deze afdeling kan heel goed wèl Z van de Straatweg hebben gestaan.

Een opstelling van drie stukken behoeft niet te betekenen, dat er een vuurmond uitgevallen was. Ervaren artilleristen schoten bij voorkeur in met een stuk, dat bewust een flink stuk verderop stond. Mocht het vuur door de tegenpartij beantwoord worden, dan bleef de rest van de batterij tenminste buiten schot. Meer informatie over het inschieten bij:

http://www.zweiter-weltkrieg-lexikon.de/index.php/Wehrmacht/Artillerie/Artillerie-von-A-Z.html
http://www.forum-der-wehrmacht.de/thread.php?threadid=16356&hilight=Richtkreis
http://www.feldgrau.net/forum/viewtopic.php?f=59&t=15466&start=0
http://www.forum-der-wehrmacht.de/thread.php?threadid=17760&sid=761f5cbf7625d6bf8824a24fc11d446e

Inschieten met een losstaand stuk, (en verplaatsing van de batterij na intensief vuur), waren van levensbelang. Vooral als bombardement of tegenvuur verwacht kon worden. Maar ook aan Duitse zijde werd vast nog veel bijgeleerd.

Witzel beschrijft van het laatste een duidelijk voorbeeld. In het begin van de Westfeldzug maakte hij de fout, om in te schieten vanuit een vrijwel ongedekte stelling. En dat gebeurde niet met gemakkelijk te verbergen geschut, maar met Mörsers [Witzel, "Mit Mörsern", p. 78].

Arko 22, Generalmajor Walter Büchs, gaf in zijn rapport over 13 mei aan, dat II/AR SS toen in de oude stellingen bleef. Daarom is aannemelijk, dat deze afdeling al in de avond van 11 op 12 mei naar de Villawijk ging. Dat tenminste één batterij daar gestaan heeft, staat uit bekende foto's vast.
Een gesplitste opstelling, met een deel al in de Villawijk, en een deel nog in Renkum is niet zo erg waarschijnlijk. Maar het is ook niet uitgesloten. Goede telefoonverbindingen namen de nadelen van verspreide opstelling van de batterijen in die tijd al grotendeels weg.

Over de verdere inzet van II/AR SS moeten we nog gissen. Aannemelijk is, dat de afdeling mee ging op 14 mei met de hoofdmacht van SS "DF". Dus over Achterberg (Cuneraweg) op mars ging naar Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie