maandag 23 augustus 2010

De Mörsers (2)

Over s Art Abt 735 is veel nieuws opgespoord. Met Googelen is nog meer te vinden. Maar niet al die informatie lijkt juist.

Het laatste werd bewust heel voorzichtig onder woorden gebracht. Want het verleden is nu eenmaal voorbij. Wat er gebeurde is nog wel aannemelijk te maken, maar nooit meer te bewijzen.
Getal of duur vergroot niet de kans, dat iets waar zal zijn. Honderd mensen die hetzelfde zeggen, kunnen het allemaal fout hebben. Misschien hebben ze elkaar alleen maar nagepraat. Een tekst die door niemand wordt gecorrigeerd, hoeft ook niet juist te zijn. Mogelijk heeft verder niemand ernaar gekeken, of vond men een correctie niet de moeite waard. Vergelijken en vragen geeft ook geen garantie dat het "juiste" antwoord wordt gevonden, maar helpt wel.

Terug naar de Mörsers bij Wageningen.
Op Internet (http://forumaxishistory.com/viewtopic.php?t=121237) circuleert een verslag van een Obergefreiter van Beobachtungsabteilung 30. Daarin is te lezen, dat een Mörser-batterij aangevallen werd door Nederlandse vliegtuigen. Het geschut stond in een bosrand, duidelijk in de buurt van Wageningen. Een waarnemingspost was ingericht op de kerktoren van Bennekom. Men reed over Wageningen naar de Meetcentrale.
In Nederlandse gevechtsrapporten komt inderdaad zo'n aanval op geschut in de Bosrand voor (op 13 mei 1940, om 4.30 uur).
Bij het Duitse verslag kunnen vraagtekens worden geplaatst.
Er wordt een Afdelingsnummer genoemd, dat niet bestond (375). Dat zal een verwisseling van cijfers zijn. Begrijpelijk, een paar jaar later. Want waarschijnlijk werd dit verslag voor een oud-strijdersvereniging ("Kameradschaft"), na de oorlog, geschreven.
De afdeling legerde, volgens deze bron, in de winter van 1939/1940 in Haltern. Een plaatsje bij Münster. Maar daar lag, volgens Nederlands onderzoek, de SS-Verfügungsdivisie. Met andere reserves van 18 AOK [Nierstrasz, III/1, p. 229]. Een twijfelgeval, dit punt.
De Obergefreiter schreef, dat met Betongranaten geschoten werd. Dat was, zoals Witzel aangaf [a.w., p. 77], alleen mogelijk met kleine elevatie (in vlakke baan) van korte afstand (minder dan 8 km). Er waren in de hele Grebbelinie, voor deze projectielen geen lonende doelen (grotere bunkercomplexen). Dat er hier betongranaten afgevuurd werden, is dus erg onwaarschijnlijk. Wel zullen nevelgranaten zijn "ingestrooid", om vijandelijke opstellingen het zicht te ontnemen, en daarmee flankerend vuur zoveel mogelijk uit te schakelen. Maar verder zullen brisantgranaten zijn gebruikt.
Tenslotte de bomaanval. De bommen zouden geen schade hebben veroorzaakt, maar 40 - 50 meter van het rechter stuk zijn ingeslagen. Er zou ook een vliegtuig neergehaald zijn. Het eerste kan best waar zijn. Het laatste is, zo goed als zeker, onjuist. Er zijn blijkbaar stukjes van verschillende gebeurtenissen door elkaar geraakt.
Een verslag van IV/AR 256 beschrijft dit bombardement (om 4.20 uur) ook als mislukt, maar zonder neergeschoten vliegtuig. Zes uur later wordt nog een Nederlandse luchtaanval genoemd, met dan zo'n incident. De plaats van de tweede actie werd niet aangegeven. Volgens Nederlandse verslagen werd rond 11.20 uur de weg tussen Rhenen en Wageningen gebombardeerd en gemitrailleerd. Daarbij werd geen Nederlands vliegtuig neergeschoten. Een dag eerder was dat wel gebeurd.
De drie bronnen sporen wel op hoofdlijn. Slotsom is dan, dat er in de vroege ochtend van 13 mei vier batterijen zwaar geschut in de Bosrand stonden. Twee van Mörsers (21 cM, s Art Abt 735), en twee van s FH 18 (15 cM, IV/AR 256).

Waar dit geschut precies stond, is niet zeker. Zou de Obergefreiter het verschil hebben gekend tussen een Mörser en een s FH 18 ? Zou hij dat bij stukken in stelling dan ook hebben gezien, of gehoord ? In welke richting keek hij, toen hij zei, dat het rechter stuk was gemist bij het bombardement ? Waar lag het doelgebied, en hoe breed was de strook, waar de bommen vielen ? Vragen waarop niemand het antwoord weet.
Voor de hand ligt, dat de batterijen per afdeling bij elkaar werden gehouden. Ook, dat de beschikbare ruimte in de Bosrand (1,5 km lang) goed benut werd. Tenslotte, dat de stukken op gebruikelijke afstand, 20 - 50 meter van elkaar, werden gezet. De vastgelegde waarnemingen wijzen in de richting van stellingen bij Dorskamp, en stellingen circa 1 km N daarvan. Verder lijkt het erop, dat de stellingen bij Dorskamp het eerst bezet waren. Dat was ook het aan de vliegers opgegeven doelgebied. Nu kwam s Art Abt 735 pas in de nacht van 12 op 13 mei, toen de batterijen van IV/AR 256 er al bijna een dag in actie waren geweest.
Daarom is mijn beeld, dat de stukken s FH 18 bij Dorskamp hebben gestaan, en de Mörsers N van de Geertjesweg.

Duidelijk is nu wel, dat het Duits geschut, tot de doorbraak bij Rhenen tweemaal van stelling wisselde. Dat gebeurde over vrij grote afstanden, van 2,5 km en meer.
Op 11 mei 1940 kwam een eerste eenheid (naar ik aanneem, op grond van gegevens uit de KTB's, III/AR 207) in stelling op de Eng. Volgens mededeling van de heer Van Tricht, werd een onbekend aantal stukken Z van de Geertjesweg geplaatst. Dit geschut werd over Heelsum-Renkum aangetrokken. Op die dag vuurden de batterijen van II/AR SS en van IV/AR 256 vanuit Renkum. III/AR 311 stond gereed in Heelsum, en verkende stellingen bij Wageningen. De Mörsers waren toen nog niet beschikbaar.
De volgende dag, waarschijnlijk al heel vroeg in de morgen, ging II/AR SS naar de Villawijk. En vanaf 8.20 uur, wisselden 10 en 11/AR 256 van stelling, naar een vaag aangegeven plaats, "NO van Wageningen" (Bosrand). Die dag, (mogelijk pas op 13 mei), kwamen hier ook de Mörsers aan. De zware brug bij Westervoort werd, volgens het KTB van X AK/Ib [NIMH Coll 401, Inv Nr 0012], op 12 mei, tussen 17.05 en 21.20 vervangen. En het vuurgereed maken van Mörsers vroeg wel een paar uur.
Laatstgenoemd geschut was op 13 mei, volgens Arko 22 (GenMaj Walter Büchs), [NIMH Coll 401, Inv Nr 2030] bij het aanbreken van de dag (even na 4.00 uur) inzetbaar. III/AR 207 (mogelijk ook, of inplaats hiervan, de twee nog beschikbare batterijen van II/AR 207*]) en III/AR 311 gingen naar stellingen W van Wageningen. Ze werden daar door onze waarnemers verkend, en onder vuur genomen. II/AR SS werd niet verplaatst. Arko 22 meldde alle stukken vanaf 9.20 uur klaar om te vuren.
De hier genoemde tijden zijn naar Nederlandse standaard.

De stellingen voor de Avond van 12 mei, zijn op het volgend kaartje globaal aangegeven. Waar alle batterijen precies stonden, valt niet te reconstrueren.


Nog iets over de Mörsers in het Bruggenhoofd bij Gent. Het eerder aangehaald Belgisch bericht, kan op een vergissing berusten. Anders zijn er in dit gebied twee Afdelingen met dit zware geschut geweest, dan ook nog met bijna gelijke nummers. Een Internetbron geeft aan, dat s Art Abt 733 (toen bij 6 AOK), en s Art Abt 735 (bij 18 AOK), hier waren. Toeval, of een leesfout ? Zie http://sturmvogel.orbat.com/artillery.html#701.
Het krijgshistorisch onderzoek van Nierstrasz geeft trouwens wel aan, dat s Art Abt 735 op 15 mei 1940 nog bij AOK 18 was. En uiterlijk 8.20 uur onze tijd gereed moest staan bij Tilburg. Blijkbaar werd, (na herindeling bij XXVI AK, want X AK werd met SS "AH" gebruikt voor de bezetting van ons land), rekening gehouden met inzet van dit zware geschut op de Fortengordel bij Antwerpen.

Samen met het verslag van Witzel, ontstaat het beeld, dat de Mörsers met name voor beschietingen van Bunkerlinies achter de hand zijn gehouden. Bij de Grebbeberg werd vooral IV/AR 256 voor vuur op kazematten ingezet. Maar ook de Mörsers op 13 mei 1940 nog. In elk geval bij De Groep (in de gevechtsstrook van ID 227).

__
*] 5/AR 207 was in de Betuwe, bij de Gruppe Brückner. I/AR 207 was bij Ede, in het gebied van ID 227.

(Laatst aangepast 130111)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie