dinsdag 16 juni 2009

De Afdelingen

Aan lichte en middelzware artillerie beschikte ID 207 (nog zonder de Mörsers) op 10 mei over een aanzienlijke hoeveelheid artillerie. In totaal 68 stukken, verdeeld over 17 batterijen uit 6 afdelingen.
Niet van elke eenheid zijn naam en rang van de commandant bekend. Altijd wel de opmarsweg en uitrusting. Ook, tenminste globaal, de eerst ingenomen stellingen bij Wageningen en de doelen.

IV/AR 256 werd aan X AK beschikbaar gesteld uit de Heerestruppen. De afdeling was gemotoriseerd, en bestond uit drie batterijen 15 cm s FH 18. Met nummers 10, 11, en 12/AR 256, zoals gebruikelijk voor een vierde afdeling. De eerste twee werden toegewezen aan ID 207, de derde aan de rechterbuurman, ID 227.
Gegevens over de afdelings- en batterijcommandanten ontbreken.
10/AR 256 ging mee met de Abt von Scholz. Die had II/SS "DF" als kern. De batterij had, zoals eerder aangegeven, de pontonbrug bij Doesburg als eerste doel.
Ze vertrok uit Empel-Hurl, bij Rees. De opmars ging over Isselburg-Anholt-Gendringen-Ulft-Doetinchem naar Doesburg. Daarna over Dieren-Ellecom-De Steeg-Rheden-Velp-Arnhem-Oosterbeek-Heelsum-Renkum naar de Wageningse Berg. Onderweg zal de batterij op 10 mei al op verschillende plaatsen ingezet zijn.
Vermoedelijk al in de nacht of vroege ochtend van 11 mei, werden in Renkum stellingen ingenomen voor het gevecht om de Voorposten. De batterij werd toen vooral ingezet voor artilleriebestrijding.
11/AR 256 ging mee met de Gr Keppler. Die had I en III/SS "DF" als kern. De batterij had de bruggen bij Westervoort als eerste doel.
Ze vertrok uit Hüthum, tussen Elten en Emmerich. De opmars ging over Elten-Zevenaar-Westervoort-Arnhem-Oosterbeek-Heelsum-Renkum naar de Wageningse Berg. Onderweg zal de batterij op 10 mei al op verschillende plaatsen ingezet zijn.
Vermoedelijk al in de nacht of vroege ochtend van 11 mei werden in Renkum stellingen ingenomen voor het gevecht om de Voorposten. Ook deze batterij werd toen vooral ingezet voor artilleriebestrijding.

II/AR SS was een gemotoriseerde afdeling. Ze bestond uit drie batterijen 10,5 cm le FH 18. Deze werden uit de SS-Verfügungsdivisie als versterking ingedeeld bij ID 207. De afdeling stond onder bevel van Sturmbannführer Robert Erspenmüller. Zijn batterijchefs waren Hauptsturmführer Karl Kreutz, Oskar Drexler, en Harald von Saucken.
De afdeling had de bruggen bij Westervoort als eerste doel. Ze vertrok als Marschgruppe 5 van de SS uit Millingen. De opmars ging over Bienen-Praest-Vrasselt-Emmerich-Hüthum naar Elten. Verder op de route van 11/AR 256. De afdeling werd vrij zeker, net als de zware batterijen, al op 10 mei onderweg ingezet. Daarna werden in Renkum stellingen ingenomen voor het gevecht om de Voorposten.
Deze afdeling gaf rechtstreekse steun aan het rechter voorbataljon, I/SS "DF". Dit bataljon opereerde N van de weg Wageningen-Rhenen.

III/AR 207 was een bespannen afdeling. Ze had drie batterijen 10,5 cm le FH 16. Dit was een afdeling van het "eigen"regiment bij ID 207, AR 207. Het regiment stond onder bevel van Oberst(leutnant ?) Wilhelm Metger.
De derde afdeling had Hauptmann Fuersen (13 mei gewond) als commandant. Zijn batterijchefs waren Hauptmann d[er]. Res[erve]. Von Beckedorf, Büge (12 mei gewond), en Schendel.
De afdeling ging mee met de Gr Neidholt. Ze had als vertrekpunten Emmerich, Vrasselt en Praest. Een rust werd gehouden in Didam. Vandaar werd de afdeling over de al bekende route Zevenaar-Westervoort e.v. naar Renkum gedirigeerd. Daar werden de eerste stellingen ingenomen voor het gevecht om de Voorposten.
Deze afdeling gaf rechtstreekse steun aan het linker voorbataljon, III/SS "DF". Dit bataljon opereerde Z van de weg Wageningen-Rhenen.

III/AR 311 was een bespannen afdeling. Ze had drie batterijen 15 cm s FH (lg) 13. Dit was al geruime tijd de "vierde" (zware) afdeling van AR 207. Gegevens van de commandanten zijn niet achterhaald.
De afdeling ging mee met de Gr Metger. Deze vertrok vanuit Dingden over Loikum-Wertherbruch-Schapdick-Empel-Millingen naar Bienen. Dan verder, over Praest-Vrasselt-Emmerich-'s-Heerenberg, naar Beek in het Montferland. In totaal werd zo een afstand van ruim 50 km afgelegd. Na een rust werd de afdeling over Westervoort en Arnhem naar Oosterbeek gedirigeerd. Ze bleef daar voorlopig, en kwam op 10 en 11 mei nog niet in actie.

II/AR 207 was bespannen en bewapend als III/AR 207.
Afdelingscommandant was Hauptmann d. Res. Noack. Zijn batterijchefs waren Hauptmann d. Res. Fiedler, Herzau, en Plath.
De afdeling ging mee met de Gr Metger. Verder als bij III/AR 311. Verschil is, dat ze bij Loerbeek in het Montferland rustte.

I/AR 207 was eveneens bespannen, en bewapend als III/AR 207.
Afdelingskommandant was Major d. Res. Von Knobelsdorff. Zijn batterijchefs waren Hauptmann d. Res. Bergmann, Schwenker, en Karow.
De afdeling ging mee met de Gr von Oesterreich. Deze volgde vanuit Isselburg dezelfde route als 10/AR 256. Vanuit Dieren-Ellecom ging de afdeling over De Steeg -Rheden-Velp-Arnhem naar Oosterbeek. Ze bleef daar voorlopig, en kwam op 10 en 11 mei nog niet in actie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie