Bij de capitulatie in mei 1940 had men sterk de overtuiging, dat de
verdediging bij de Grebbeberg overlopen was door een horde fanatieke SS'ers,
geheel gemotoriseerd en superieur bewapend. Tegen die overmacht aan moderne
middelen kon ons kleine leger, weinig geoefend en met verouderde bewapening,
niet op. Dat is ook het beeld dat Generaal Winkelman in zijn proclamatie aan
het Nederlandse volk neerzette.
Die eerste indruk was nog teveel in zwart-wit. Het modern en gemotoriseerd geschut van II./SS AR, 10. en
11./256. AR ging mee met de spitsen over Westervoort en Doesburg. Toch werden
ook twee bespannen afdelingen vooraan meegegeven: I./207. AR bij de groep Von
Oesterreich (kern II./SS "DF") over Doesburg, III./207. AR bij de
groep Neidholdt (kern 322. IR) over Didam. De rest van de divisieartillerie
bleef ver in de achterhoede bij de groep Metger (kern Rest 207. AR).
Met de kennis van nu is het beeld genuanceerder. Het Duitse leger
moest ook bespannen eenheden inzetten. Er was een verkenningseskadron
wielrijders. Een groot deel van de troep marcheerde te voet. Wat 207. ID
betreft, dat was een divisie uit de derde golf. Oorspronkelijk een
Landwehrdivision. Veel minder modern en nauwelijks gemotoriseerd. De eigen
artillerie van de divisie was nog bijna geheel bespannen, werd maar geleidelijk
ontplooid, en zelfs op het hoogtepunt van de strijd bij Wageningen niet eens
volledig benut.
Nierstrasz wist in het begin nog niet precies, welke
artillerie bij Wageningen werd ingezet. In de oudere delen van zijn werk staat
daarom informatie die niet helemaal juist was. In latere delen werden zijn
opvattingen nog wat bijgesteld. Over het optreden van het Duitse leger geeft
deel III/1, "Inleiding en Algemeen Overzicht" (1957) nog niet overal
de juiste informatie. Het standaardwerk over de strijd bij de Grebbeberg, deel
III/3 "De operatiën van het Veldleger" (1955) zeker niet. Belangrijke
"nieuwe" collecties (de Washington Papers en het Praags Archief)
waren toen toch al naast de "oude" (Kriegstagebücher en
Gevechtsverslagen mei 1940) in het archief van het NIMH opgenomen. De
Washington Papers kwamen in 1952/53 beschikbaar. Niet al dit materiaal kon meer
worden bestudeerd en verwerkt in de Groene Serie.
Tegen deze achtergrond is het van belang, nog eens goed op
een rij te zetten, wat (met de kennis van nu) over het bij 207. ID ingedeeld
geschut kan worden gezegd. Speciaal over wat daarvan bij Wageningen werd
ingezet en in welke gebieden dat in stelling kwam. Hierover zijn stukjes nieuwe
informatie opgespoord. Daarmee kan de volgende reconstructie worden gemaakt.
EB 674. Eén stuk spoorweggeschut, 24 cm SK L/40,
type "Theodor". Heeft waarschijnlijk niet gevuurd. Wel in de vroege
ochtend van 10.5.40 in een voorbereide stelling gebracht bij Elten. In de avond
van 10.5.40 afgevoerd.
s
Art.Abt. 735. Twee
batterijen *] van elk drie stukken, 21 cm Mörser 18. Tm 12.5.40 bij XXVI. AK.
Aangetrokken vanuit Kessel (oost van de ongeschonden in Duitse handen gekomen brug over de Maas bij Gennep) over Kalkar, [Rees ?], Emmerich, Westervoort. Door logistieke problemen
waarschijnlijk pas in de avond van 12.5.40 aangekomen bij Wageningen. Op
13.5.40 ingezet voor 207. ID en 227. ID. Stellingen in het beboste gebied van
de heuvelrug oost van Wageningen.
10. en 11./256. AR. Twee batterijen van elk vier
stukken, 15,0 cm s FH 18 (mot). Ingezet in de spitsen over Westervoort en
Doesburg. In de ochtend van 11.5.40 in de bebouwde kom van Renkum in stelling
gebracht. Stellingen noord van de Rijksstraatweg. Van daar uit eerst benut voor
het afgeven van storende vuren en artilleriebestrijding. Vanaf de middag van
11.5.40 ook voor directe steun aan SS "DF". Waarschijnlijk rond de
middag van 12.5.40 verplaatst naar het gebied tussen Diedenweg en inundatie.
Eén batterij naar Bornse Steeg. Daar onder vuur gekomen van I-15 RA. Bij de
achtervolging op 14.5.40 tenminste één batterij ingezet. Onder mitrailleurvuur
gekomen bij de spoorbrug over de Lek bij Culemborg (oost van Fort Honswijk).
II./SS
AR. Drie batterijen van elk vier stukken, 10,5 cm le FH 18 (mot).
Ingezet in de spits, waarschijnlijk alleen bij de hoofdmacht over Westervoort.
In de ochtend van 11.5.40 in Renkum in stelling gebracht. Stellingen zuid van
de Rijksstraatweg. Taak: directe steun aan SS "DF". Waarschijnlijk
rond de middag van 12.5.40 verplaatst naar de Wageningse Berg bij de wijk
Sahara. Daar gebleven tm 13.5.40. Mogelijk nog ingezet bij de achtervolging,
maar daarbij voorzover bekend niet meer in gevecht geweest.
I./207. AR. Drie batterijen van elk vier stukken,
10,5 cm le FH 16 (besp). Samen met 10./AR 256 toegevoegd aan de groep Von
Oesterreich, met opmarsroute over Doesburg. Mogelijk daar ook onder Nederlands
vuur gekomen. Eén Kanonier als gesneuveld gerapporteerd met plaats Doesburg, na
verwondingen. Op 11.5.40 te Oosterbeek (niet ingezet). Daarna naar Ede. Op
12.5.40 afgestaan aan 227. ID.
II./207. AR. Drie batterijen van elk vier stukken,
10,5 cm le FH 16 (besp). Ingedeeld bij de divisiereserve, groep Metger. Op
10.5.40 tot aan Beek - Loerbeek. Op 11.5.40 bij Oosterbeek (niet ingezet). Op
12.5.40 5./207. AR afgestaan aan de groep Brückner in de Betuwe. Op 13.5.40
4./207. AR volgens het verslag van Kdr 207. AR in stelling bij en op de
Grebbeberg. Op 14.5.40 weer bij de trossen in de achterhoede.
III./207. AR. Drie batterijen van elk vier stukken,
10,5 cm le FH 16 (besp). Ingedeeld bij de groep Neidholdt, over Didam. Daar
gewacht op nadere orders voor IJsselovergang bij Doesburg of Westervoort.
Aangetrokken over Westervoort. Op 11.5.40 bij Oosterbeek. Aangetrokken naar de
Wageningse Berg (gebied LH) voor directe steun aan SS "DF". In de
loop van de gevechtsdagen in stappen naar het westen verplaatst. Op 12.5.40
vermoedelijk in de vork Grindweg - Diedenweg - Rijksstraatweg. Op 13.5.40
volgens Lagenkarte X. AK in het voorpostengebied, noord van de Rijksstraatweg.
Op 14.5.40 weer bij de trossen in de achterhoede.
III./311. AR. Drie batterijen van elk vier stukken,
15,0 cm s FH (lg) 13 (besp). Ingedeeld bij de divisiereserve, groep Metger.
Op 10.5.40 tot aan Beek - Loerbeek. Op 11.5.40 bij Oosterbeek (niet ingezet).
Verkende stellingen voor inzet op 12.5.40. Die dag aangetrokken voor directe
steun aan SS "DF". In stelling gekomen op de Eng, noord van de
Dolderstraat, voor of in de Bosrand. Op 13.5.40 in het voorpostengebied, zuid
van de Rijksstraatweg. Op 14.5.40 weer bij de trossen in de achterhoede.
Belangrijke nieuwe bronnen voor deze reconstructie waren
drie getuigen met op schrift gestelde verklaringen over stellingen in Renkum en
op de Eng (van de heren Mesker, Van der Schouw, en Van Tricht), foto's van
II./SS AR op de Wageningse Berg, Lagenkarten van 207. ID en van X. AK met
ingetekende stellingen van met name de divisieartillerie en s Art.Abt. 735.
Gegevens over de stellingen in Renkum kwamen ook uit het
oorlogsdagboek van IV./256. AR. Daarmee werden de verklaringen van de heren
Mesker en Van der Schouw bevestigd.
De verklaring van de heer Van Tricht spoort goed met
twee kaartjes van Nierstrasz uit Deel III/3 van "De Strijd". Op
Schets/Kaart Nr C. 5 "Gebruik van de artillerie op 11 mei 1940 bij IVe
Divisie" is een door Nederlandse krijgsgevangenen gerapporteerde stelling
vijandelijke artillerie ingetekend bij de kruising Diedenweg - Rijksstraatweg.
Dat moet dan de stelling van III./207. AR (die dag voor het eerst in stelling
gekomen) zijn geweest. De andere batterijen stonden toen nog in Renkum of
verder oost. Op Schets/Kaart Nr C. 10 "Gebruik van de artillerie op 12 mei
1940 bij IVe Divisie" is in de bosrand noord van de Geertjesweg een
"[Vijandelijke] Art. opstelling onnauwkeurig vastgesteld" ingetekend.
Uit Nederlandse gevechtsverslagen en de tekst van deel III/3 blijkt, dat één of
meer batterijen 15 cm-geschut werden gepeild, die door I-12 RA onder vuur
werden genomen. In die buurt (maar wat westelijker van de aangegeven plaats)
heeft alleen III./311. AR gestaan. Een dag later ook nog de batterijen van s
Art.Abt.735. Eén bij Nol in 't Bos, de andere zuidwest daarvan in het
bosgebied. Het laatste blijkt uit de volgende Lagenkarte van X. AK .
BA-MA, RH 24-10/48K
*] Organiek had de afdeling drie batterijen. Het bovenstaand kaartje geeft er maar twee aan. Volgens een potloodaantekening op de "Kriegsgliederung des Feldheeres" (Stand 15.4.40) had de derde batterij op 25.4 beschikbaar moeten komen. Mogelijk werd die volledige gevechtsgereedheid later bereikt, en de derde batterij daarom nog niet ingezet aan het front.
BA-MA, RH 24-10/48K
*] Organiek had de afdeling drie batterijen. Het bovenstaand kaartje geeft er maar twee aan. Volgens een potloodaantekening op de "Kriegsgliederung des Feldheeres" (Stand 15.4.40) had de derde batterij op 25.4 beschikbaar moeten komen. Mogelijk werd die volledige gevechtsgereedheid later bereikt, en de derde batterij daarom nog niet ingezet aan het front.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reactie