vrijdag 7 mei 2010

Stellingen 13 mei

In de ochtend van 13 mei kreeg X AK de opdracht, een doorbraak te forceren in de Grebbelinie, en door te stoten richting Utrecht. In het vak van ID 207, waren III/ en 15/ SS "DF", op de Grebbeberg nog in hevig gevecht. Deze eenheden werden door IR 322 afgelost. De twee andere bataljons van SS "DF" werden niet vervangen door verse troepen, maar kregen opdracht terrein te winnen richting Achterveld. Daarbij zo nodig in te draaien naar Rhenen, in een tangbeweging met IR 322.

Voor de aanval stonden in totaal vijftig Duitse stukken tot vuren gereed:
1) II/AR SS, met 12 stukken 10,5 cM le FH 18
2) III/AR 207, met 12 stukken 10,5 cM le FH 16
3) III/AR 311, met 12 stukken 15,0 cM s FH (lg) 13
4) 10, 11/AR 256, met 2 x 4 stukken 15,0 cM s FH 18
5) s Art Abt 735, met 2 x 3 stukken 21,0 cM Mörser 18

Deze waren in twee groepen verdeeld.
Als Divisie-artillerie de eenheden 1) tm 3), de met II/AR SS versterkte Gruppe Metger. II/AR SS zou de SS-bataljons steunen. "Twee afdelingen, waaronder minstens (!) 1 zware", zouden IR 322 steunen [NIMH Coll 401, Inv Nr 1984]. Er was maar één "zware" afdeling beschikbaar.
Als "Schwerpunktsgruppe" werden de eenheden 4) en 5) ingezet. Deze groep moest verkende Nederlandse artillerie bestrijden, en een aantal opgegeven sleutelpunten uitschakelen.

II/AR SS zou oorspronkelijk verplaatst worden naar het gebied W van Wageningen. Maar deze verplaatsing werd niet uitgevoerd. II/AR SS bleef staan in de Villawijk.
Volgens het artilleriebevel van Arko 22, moest III/AR 207 zich op een snelle stellingwisseling voorbereiden.
III/AR 311 kwam W van Wageningen te staan, zoals blijkt uit de eerder vermelde verliesopgaven over de nacht van 12 op 13 mei.
Waarschijnlijk namen de andere eenheden ook nieuwe stellingen in. In het verslag van Arko 22 staat in elk geval, dat de Mörsers "bij het aanbreken van de dag tot vuren gereed stonden" [NIMH Coll 401, Inv Nr 2030]. Voor de stelling van 10/AR 256 worden in het bevel aan de piloot van het verkenningsvliegtuig door Arko 22 onduidelijke coördinaten gegeven: "Rechts 74 810, Hoch 43 090" [NIMH Coll 401, Inv Nr 1983]. Mogelijk moeten we lezen "174,81 - 443,09", in nieuwe Nederlandse stafkaartcoördinaten. Als 10/AR die dag al zover naar het W geschoven was, stond de Divisie-artillerie links van de noord-zuidlijn over deze stelling. We vermoeden die eenheden dan zelfs nog 300 - 500 m verder W.

Aannemelijk is, dat bijna alle Duitse batterijen in de nacht of vroege ochtend van 12 op 13 mei (opnieuw) werden verplaatst. Een verplaatsing over 2 - 3 km ligt voor de hand. Aan onze kant waren II-19 RA, en drie batterijen van 8RA, over dergelijke afstanden teruggehaald uit de stellingen op de Grebbeberg.

Onduidelijk is nog (zie boven), of ook de Mörsers verplaatst werden. Dat was, gezien de dracht van deze stukken, niet nodig. En Arko 22 bleef in Belmonte, terwijl het stafkwartier van II/AR SS en de Gruppe Metger naar een plek 2 km west van Wageningen (vermoedelijk naar Anna's Hoeve) ging. Verondersteld wordt daarom, dat de Mörsers zijn blijven staan op de voor 12 mei ingetekende plaats.

Op grond van de voorgaande gegevens, komen we tot de volgende inschatting voor de Duitse stellingen op 13 mei. De kaart (uitsnede uit een Truppenkarte van 1942) loopt van x = 173 tot 176, y = 441 - 444. De Mörsers vallen buiten dit gebied. De ingetekende stellingen voor III/AR 207 zijn het meest onzeker.


In het volgend overzichtskaartje zijn ook de stellingen van de Nederlandse artillerie in het vak van IV Div ingetekend, met hun bereik. De dracht is hierbij, net als die van het Duitse geschut, gesteld op ongeveer 80% van het theoretisch maximum.


Af te lezen is, dat, op de vermoede posities, s Art Abt 735 vrijwel buiten schot was. Alleen I-12 RA had (als er geen vuurbeperkingen waren) een grotere dracht. Dat is een sterk argument voor een achterwaartse opstelling van deze batterijen. De overige Duitse eenheden hadden deze mogelijkheid niet, wilden zij de aangewezen doelen kunnen bereiken.

2-I-12 RA (de 2e batterij in verwisselstelling) had, volgens Nierstrasz, wel vuurbeperkingen. Een brandende vraag is dan, waarom 4-I-12 RA (de 4e batterij in normaalstelling), I-16 RA, en I-8 RA (7 Veld afdelingen van de Divisie-artillerie), niet veel meer ingezet zijn op bestrijding van vijandelijke artillerie. Die vraag wordt in de volgende aflevering opgepakt. Samen met een eerste toets op de nu ingeschetste Duitse stellingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie